door: Klaas Dijkhuizen
Gisteravond speelden we thuis tegen Hoogeveen 1. Even verkeerde ik in de veronderstelling, dat we vorige keer ook thuis tegen onze bezoekers speelden, maar dat was een misvatting. Op 8 april jl. verloren we in Hoogeveen namelijk nipt met 4½-3½. Hoogeveen verloor wel dik in de eerste ronde van deze competitie, namelijk met 1-7 tegen Groninger Combinatie 2. Kortom, een slechte start voor onze gasten. Lewenborg 1 won in ronde 1 met 5½-2½ van ESG 1.
Toch tijd om revanche te nemen voor de nederlaag, denk je dan. Dat moet kunnen, beter gezegd ‘er is een kans’, als we in onze sterkste opstelling spelen. Immers, Hoogeveen 1 beschikt wel over vier >2000 ratinghouders. Maar….Bruno Jelic meldde zich af en een paar dagen later ook Ramon Middeljans. Net als bij de vorige ontmoeting moest ik ook nu een beroep doen op Douwe Pol en Albert Prins om in te vallen. Zij stelden niet teleur.
Qua rating (gemiddeld) waren de teams in evenwicht. Dat gold echter niet voor elk bord. Het grootste verschil was er aan bord 1 en 8 t.w. 162 (nadeel) en 233 (voordeel) punten. Ton ging dus met zwart al bij voorbaat een zware avond tegemoet. Nog meer verschil zien we bij Albert aan bord 8, maar dan in het voordeel van Lewenborg. De rest van de borden kenden verschillen tot 80 ratingpunten, de ene keer in het voordeel, de andere keer in ons nadeel. Theoretisch zou er dus een 4-4 uitslag moeten uitrollen, en ik kan het nu wel verklappen, de theorie werd ook de praktijk.
Of ik nog steeds zenuwen ken en heb voorafgaand de wedstrijd, weet ik eigenlijk niet, maar feit is wel dat ik weer eens slecht sliep voorafgaand de wedstrijd. Alle concentratie was nodig voor de tegenstander en van veel partijen heb ik tot mijn spijt maar weinig meegekregen.
De uitslag was als volgt:
| Lewenborg I | Rating | Hoogeveen I | rating | ||
| Ingen van, A.S.P. (Ton) | 1981 | Mellema, A. (Andries) | 2143 | 0 – 1 | |
| Zuiderweg, H.J. (Hiddo) | 1990 | Mostert, D.C.J. (Davin) | 2007 | ½ – ½ | |
| Dijkhuizen, K.G. (Klaas) | 1965 | Berghuis, M. (Marten) | 2044 | ½ – ½ | |
| Pouw, M. (Marcel) | 1854 | Broertjes, S.G. (Stephan) | 1851 | ½ – ½ | |
| Veen van, J.W. (Jan Wiebe) | 1870 | Stallinga, R.M. (Robert) | 1916 | 1 – 0 | |
| Pol, D. (Douwe) | 1809 | Witkamp, T.F. (Theo) | 1730 | 1 – 0 | |
| Hoogeboom, B. (Boudewijn) | 1754 | Vegt van der, E. (Els) | 1835 | 0 – 1 | |
| Prins, P.A. (Albert) | 1755 | Lok, R. (Roan) | 1522 | ½ – ½ | |
| Gemiddelde rating | 1872 | Gemiddelde rating | 1881 | 4 – 4 |
Bord 1:
Ton (zwart) kreeg heet dus inderdaad ook zwaar tegen Andries Mellema. In een bijzondere variant van de Caro Kann gingen beide dames al vroeg het veld in met lichte dreigingen richting pionnen en stukken. Toch oogde de stelling van Andries al snel even wat ‘gebruiksvriendelijker’. Van Ton begreep ik, dat hij het langzaam maar zeker steeds moeilijker kreeg en langzaam werd weggedrukt. Ton kon het tij niet meer keren en verloor.
Bord 2:
Hiddo (wit) zette, lichtelijk verkouden, een Siciliaan met Lb5 op het bord tegen Davin Mostert. Naar eigen zeggen speelde hij teveel zonder plan. Positioneel kende zijn stelling desondanks geen of niet direct zichtbare zwaktes. Gelukkig kon ook Davin niet iets gevaarlijks op touw zetten. Halverwege de avond werd daarom de vredespijp gerookt en dus tot remise besloten.
Bord 3:
Bijna traditioneel zat ik (Klaas) weer het langst te schaken. Na een opening van e4, e6, b3 en Pf6 moest ik met minder ruimte dan tegenstander Marten Berghuis proberen de stukken te ontwikkelen. Dat ging moeizaam. Ook een potentiële pionnenopmars op de damevleugel moest ik inschatten qua risico’s. Heel lang vond ik mijn stelling niet optimaal, maar de analyse met Stockfish (SF) liet tot het middenspel continu een remisemarge van minder dan een punt zien. Met minder tijd op de klok werd daarom in gelijke stelling op de 24e zet remise voorgesteld. Het aanbod werd afgeslagen door Marten en dat had zijn ondergang moeten worden.
Een verrassende positionering van Td4 centraal (verdubbeling als dreiging) op het bord bracht hem helemaal van slag. Pion h4 (Td4xh4) kreeg ik pardoes in de schoot geworpen en een zet later mocht ik ook nog met Dh5 mat dreigen. Mijn intuïtie klopte, opeens stond ik op winst. Toch, een en ander had gigantisch veel tijd gekost, en ik had gewoon geen tijd meer om op zoek te gaan naar een winnende variant. Met Le5, aanval op dame, i.p.v. Lc3 (aanval op Te1) gooide ik weer al mijn ruiten in en neutraliseerde ik onbedoeld mijn aanval. De winst bleek naderhand ook best wel ingewikkeld te zijn. Een schrale troost.
We worstelden ons beiden met behoorlijk wat zwakke zetten door de kritische fase heen en vanaf zet 42 stond er weer 0.0 op het SF-scorebord. Wel had ik een pluspion, die ik onder tijdsdruk weer kwijtraakte en in Sinterklaas-stijl er nog één bij deed. Heel lang dacht ik dat ik daardoor (pion minder) misschien zelfs op verlies stond. SF bleef vanmorgen echter stoïcijns 0.0 melden, wat ik tijdens de partij niet besefte. 23 zetten lang probeerde wit zijn pluspion nog te gelde te maken. Het bleek een zinloze missie, ook SF gaf continu 0 aan. Remise. Na afloop weer eens minutenlang een superhartslag en trillend op de benen. Voor niets dus eigenlijk.
Bord 4:
Marcel (wit) zat naast me en speelde weer in zijn bekende snelle denksporttempo. Zijn tegenstander was Stephan Broertjes, nagenoeg gelijk in rating. Ook die speelde vlot. Na de d4-opening met fianchetto op de K-vleugel leek Marcel iets beter te staan. Hij kon de zwarte koning van rokeren afhouden en gevoelsmatig had ik het idee, dat er mogelijk daarom iets winnends in kon zitten. Daar zou dan misschien wel wat tijd ingestoken moeten worden. Maar het vlotte tempo werd zonder onderbreking door beiden gehandhaafd. De stelling vlakte af en er werd al redelijk snel tot remise besloten.
Bord 5:
Topscorer van het vorige seizoen was Jan Wiebe van Veen. Ook dit seizoen is hij goed gestart. Als enige speler wist hij ook de tweede partij te winnen. Zijn tegenstander was Robert Stallinga (zwart), iets sterker op papier. Jan Wiebe was tevens als eerste uit. Hij kreeg al snel een comfortabele stelling en waarschijnlijk ook een kansrijke stelling. Of er is door Robert geblunderd. Ik heb het allemaal gemist. In elk geval begonnen we de avond met een mooie opsteker.
Bord 6:
Douwe (wit) speelde volgens mij een partij uit één stuk. Theo Witkamp is er volgens mij totaal niet aan te pas gekomen. Douwe kreeg een enorm sterke vrijpion in het centrum. Theo kreeg er geen grip op en moest bijna machteloos toekijken. Vermoedelijk is de vrijpion dan ook beslissend geweest voor de uitslag, Douwe won.
Bord 7:
Boudewijn speelde tegen de enige dame in het clublokaal t.w. Els van der Vegt. Ruim 80 ratingpunten sterker dan Boudewijn. Van de partij heb ik maar nauwelijks iets gezien. Later op de avond vertelde Boudewijn dat hij verloor, omdat Els met haar torens beslissend op de zevende lijn kon binnenvallen.
Bord 8:
Ook Albert Prins werd dus weer opgetrommeld, want Ramon meldde zich af. Steeds wil Albert het wat rustiger aan doen, maar dat kan natuurlijk niet met zo’n degelijke speelstijl. Hij trof gisteren de ruim 200 punten zwakkere en veel jongere Roan Lok. Albert (wit) speelde gewoontegetrouw, en voor ongeveer de ‘duizendste’ keer, het London-systeem (d4, Lf4, e3, c3, Pf3 etc.) en kent deze als geen ander. Ook nu weer weet hij een kansrijke stelling in het middenspel op het bord te zetten. Met Pe5, g4 en g5 werd vervolgens de aanval ingezet. Zwart antwoordde foutief en dat kostte hem een paard. Nu moest wit nog even de technische winst uittikken. Jammer genoeg gebeurde dat niet. Zwart begint wat te rommelen, verschaft zich wat pionnen op de K-vleugel, en tot mijn verbazing konden ze naar de overkant opmarcheren. Op de een of andere manier wist Albert dit alleen maar te blokkeren waardoor hij genoegen moest nemen met remise.
Kortom, het werd 4-4 en met de winst tegen ESG hebben we nu drie wedstrijdpunten. Een acceptabele start van de competitie naar mijn mening. Op 4 december staat de zwaarste tegenstander, Groninger Combinatie 1, op het programma.

