2024-2025

Geruisloos verlies Lewenborg I tegen ESG I : 3½-4½ – Jan Wiebe topscorer Lewenborg I

Door: Klaas Dijkhuizen

De laatste NOSBO-wedstrijd van Lewenborg 1 tegen ESG is uitgelopen op verlies. We hadden bij 5-3 winst nog eerste kunnen worden in de poule, maar de kans daarop werd wel heel klein na drie afzeggingen. Met Albert Prins, Koen Molewijk en Fred Luining als invallers gingen we afgelopen dinsdag 13 mei van start.

De uitslagen, een klein verslag  en ook ieder zijn individuele seizoenscore vind je hieronder.

Het wedstrijdverloop was ongeveer als volgt. De verwachte uitslag op basis van de gemiddelde rating zou een gelijkspel moeten zijn. Revanchegevoelens zouden er ook moeten zijn, want eerder verloren we ook al in de beker van ESG met 1-3.

Bord 6 – Albert Prins (wit)  – Stef Dubbeldam ½ – ½

Albert (invaller) opende zoals in 99 van de 100 partijen met wit met het Colle-London-system (d4, Lf4, Pf3, e3 en c3). Probleemloos bereikte hij gelijkwaardig spel, mogelijk zelfs beter spel en bood vervolgens remise aan. Het aanbod werd aangenomen en Albert werd de eerste toeschouwer.

Bord 5 – Ton Selten  – Marcel Pouw (zwart)  0-1

Van Marcel zag ik in het middenspel een tweetal pionnen op de c- en d-lijn die met nauwkeurig spel zich richting overkant bord konden bewegen. Zijn tegenstander leek weinig tegenkansen te kunnen krijgen. Ik zag met een korte blik op het bord ook niet hoe Ton Selten verlies kon voorkomen. Dat gebeurde dus ook niet. De opmars van één van de twee pionnen was al beslissend. Na een slechte start in beker en eerste ronde verbeterde Marcel stap voor stap zijn score. Eerst drie remises en daarna drie winstpartijen op rij, dus zes keer op rij ongeslagen. Ook een felicitatie waard.

Bord 7 – Douwe Többen – Koen Molewijk (zwart) 1-0

Koen was de tweede invaller en moest opboksen tegen oudgediende en op papier sterkere Douwe. Ook hier kwam ik even in het middenspel langs. Juist op dat moment moest Koen een penning van toren met Ld5 zien te voorkomen in een moeilijke stand. Zonder deze penning was er mogelijk nog kans op tegenspel geweest, maar de penning was niet te voorkomen en min of meer direct beslissend in het nadeel van Koen. Het is weer gelijk.

Bord 2 – Hiddo Zuiderweg (wit)  – Jan Willem Brinks ½ – ½

Hiddo stortte zich met dame ver en diep in zwart zijn stelling. Met Dc7 van wit en mooie ontwikkeling van de lichte stukken leek zich een kansrijk middenspel te ontwikkelen. Hiddo zei achteraf, dat het allemaal bekende theorie was (niet voor mij) en de stand helemaal in evenwicht. Zo werd dus ook hier even later de uitslag remise.

Bord 1 – Marcel Struik – Bruno Jelic (zwart)  1-0

Bruno speelde een interessante en ook ingewikkelde partij. Moeilijk te beoordelen in het voorbij lopen. Marcel offerde in het middenspel bewust een toren voor een paard en twee pionnen. Bruno werd, ondanks de kwaliteitswinst, ook nog eens opgezadeld met niet goed samenwerkende stukken en een verbrokkelde pionnenstructuur. Hij stond dus eigenlijk zeer moeilijk. Na afloop hoorde ik, dat zijn tegenstander ook nog eens een derde en vierde pion won en dat kon de stelling van Bruno niet meer bolwerken en hij moest opgeven.

Bord 8 – Fred Luining (wit)  – Sergei Sarkisyan 0-1

Fred was de derde invaller en had ook een zware tegenstander met 90 ratingpunten meer. Toch speelde Fred langdurig een uitstekende partij. Desondanks wist hij een pionnetje achterstand niet te voorkomen. Hij kwam in een moeilijk eindspel terecht. Zwart met twee vrijpionnen op de c- en d-lijn, maar Fred één op de h-lijn en beiden nog een paard en wat pionnen elders op het bord. Heel even hoopte ik, dat Fred’s vrijpion nog net genoeg was voor evenwicht en toch nog remise. Het was lastiger voor wit dan voor zwart in elk geval. Dat bleek later ook, het vrije pionnenduo werd te machtig en Fred moest opgeven.

Bord 3 – Jan van Os – Ton van Ingen (zwart) 0-1

Ton antwoordde met de Caro Kann – verdediging. Het betekent nauwkeurig spel en je heel vaak instellen op een lange partij. Ton bereikte een iets beter staand middenspel waar, in zijn zo langzamerhand bekende stijl, stapje voor stapje kleine speldenprikken werden uitgedeeld en verzwakkingen werden afgedwongen. Nu kon op een cruciaal moment de e-lijn in beslag worden genomen en konden vervolgens paard en dame de witte stelling binnen dringen. Het eindspel heb ik niet helemaal meegekregen, maar Ton sleepte een keurige winst binnen. De tussenstand 3-4.

Bord 4 – Klaas Dijkhuizen (wit)  – Willem Boontje ½ – ½

Zoals zo vaak was mijn partij ook nu weer de laatste. De uitslag ook nog eens beslissend voor teamverlies of gelijkspel. En de eer natuurlijk, want in mijn herinnering had ik Willem vermoedelijk al eens de hand (felicitatie) moeten schudden. Het werd een c4-opening met bij wit fianchetto aan beide zijden. Iets te gemakkelijk door mij gespeeld in de opening, want Willem leek op een K-aanval af te stevenen. Heel precies verdedigen was noodzaak en het bleek dat zwart niet door kon stoten. Op de 25e zet was het een stelling als in WO I, ogenschijnlijk gelijk en beton als de Maginot-linie. Als er iemand iets kon proberen dan was ik het wel. In ons geval bewogen de linies niet zoals in de oorlog op en neer, maar van links naar rechts. Mijn paard loerde continu op een offer of met een mogelijke pionnendoorbraak aan beide kanten en zwart kon niet anders dan met mijn spel meebewegen. Even dacht ik, dat ik ergens een mogelijke winst gemist had. Stockfish meldde me de volgende dag echter, dat het ruim dertig zetten lang na de 25e zet (!) 0.0 was in zijn oordeel. En zo kwam Boontje dan uiteindelijk aan zijn loontje t.w. een halve punt. Verlies van de wedstrijd met 3½ – 4½ was daarmee een feit.

Individuele scores:

Jan Wiebe is de topscorer van team 1 geworden met 4½ uit 5 (90%). Dat is bijzonder goed in deze klasse. Frappant is, dat hij een slecht seizoen kent in de interne competitie. Jammer genoeg moest hij ook nog eens twee keer afzeggen voor de externe competitie. Ook Ton en Marcel scoorden een uitstekende 4½ punt, maar dan wel uit zeven partijen. Er moest dertien keer een beroep gedaan worden op een invaller, totaal waren er uiteindelijk zes invallers. Vijf spelers scoorden 50% of meer.

 

 

 

Lewenborg II – SISSA IV : 3½-2½

door: Rudy Frieswijk

Op dinsdag 15 april speelde Lewenborg 2 thuis de laatste ronde van de NOSBO competitie tegen SISSA 4. Dit gebeurde in fase 2, een extra competitie die de NOSBO heeft ingesteld om de spelers nog enkele extra externe wedstrijden te kunnen laten spelen. Lewenborg 2  was daarbij ingedeeld met Middelstum 1, Oostermoer 1 en SISSA 4. Oostermoer had zich teruggetrokken en tegen Middelstum 1 hadden we eerder in de reguliere competitie met 4,5-1,5 gewonnen. Deze uitslag werd meegeteld in de tweede fase. De strijd tegen SISSA 4 was daarom de laatste externe wedstrijd van dit seizoen.

Voorafgaand aan de wedstrijd was er eindelijk sprake van regen gepaard gaande met hevig onweer. Ik was benieuwd of dat onweer ook op de borden zou plaatsvinden. SISSA 4 bestaat uit louter dames en ze noemen zich daarom ook de SISSA-sisters. Sophie Welling zette voorafgaand aan de wedstrijd bij elk bord een roze dame die, denk ik, bij promotie van de pion ingezet zou kunnen worden. Maar misschien had het ook wel een andere betekenis, ik weet het niet.

Waar ik voor aanvang van de partijen ook nog over nadacht was waarom wij de tegenstanders altijd met het gezicht naar de achterwand laten spelen. Heeft dat een al dan niet bedoeld voordeel voor de spelers van Lewenborg? Wie het weet mag het mij melden. Ook het vermelden waard was dat het weer eens, zeker met zoveel spelers in de zaal, erg warm was. Jan Wiebe zette zijn bril maar eens op het puntje van zijn neus en probeerde de airco aan de praat te krijgen. Die deed het wel maar veel koeler werd het overigens niet.

Na een half uur spelen was er van onweer op de borden nog geen sprake. Alle partijen kabbelden rustig voort. Wat wel opviel was dat Douwe in zijn partij tegen Rosaline Piek heel veel tijd gebruikte. Na 10 zetten had hij al 40 minuten nagedacht. In het middenspel offerde Nouska van der Meij een stuk voor 2 pionnen voor een veelbelovende koningsaanval op de stelling van Fred. De koning van Fred stond niet veilig en Fred moest zich goed verdedigen. Om kwart over 10 was er nog steeds geen beslissing gevallen. Meestal zijn er rond dat tijdstip al enkele resultaten te melden, maar vanavond was dat niet het geval

Maar daarna ging het snel. Ik heb zelf niet veel meer van de partijen meegekregen want ik kwam een beetje in tijdnood. Zodra de seconden op klok verschijnen begint het bij mij te kriebelen vooral als mijn tegenstandster nog drie kwartier bedenktijd heeft. Zelf speelde ik tegen Aurore Gay remise waarbij ze, volgens Lichess, in het eindspel toch wel winstkansen had.

Vrij snel daarna was Boudewijn ook klaar. Remise in een aangenaam of was het een aangenomen damegambiet? Boudewijn won uiteindelijk een pion maar met ongelijke lopers op het bord werd het toch remise.

René speelde tegen Lydia van Altena en kwam een kwaliteit voor. Even later blunderde hij een kwaliteit terug maar kreeg daarbij wel een vrijpion op de a-lijn. Uiteindelijk wist hij de a-pion te promoveren en won hij zijn partij.

De aanval op de koningsstelling van Nouska tegen Fred sloeg niet door. Fred verdedigde zich prima en wist de strijd tegen Nouska zelfs te winnen. De stand was inmiddels 3-1 voor Lewenborg met nog 2 partijen te gaan.

Douwe gebruikte, zoals gezegd, te veel tijd in de opening en dat brak hem later deels op. In een betere stelling maar met veel minder tijd op de klok bood hij remise aan dat werd aangenomen.

Koen speelde, zoals hij zelf zei, een heel complexe wedstrijd tegen Sophie Welling. Helaas voor Koen verloor hij uiteindelijk. Het eindresultaat werd daardoor 3,5-2,5 in het voordeel van Lewenborg 2. Het onweer op de borden bleef uiteindelijk uit maar het resultaat was prima.

Het externe seizoen zit erop. In de eerste fase van de competitie zijn we zesde geworden en in de tweede fase eerste. Ik wil de vaste spelers, Valentin, Boudewijn, Douwe, René, Koen en de invallers Albert, Flip, Fred, Arthur, John  bedanken voor het meespelen. Grote klasse dat jullie beschikbaar wilden zijn.


.

Hieronder nog enkele statistieken
Tussenstand tweede fase waarbij SISSA nog moet spelen tegen Middelstum

.

Eindstand eerste fase

.

Individuele resultaten eerste fase

.

Individuele resultaten tweede fase

De Paardensprong-HSP Veendam – Lewenborg III: 1½-2½

door: Sjak Rijploeg

Aan het eerste bord had Flip naar eigen zeggen een super kanon tegenover  zich zitten en binnen te korte tijd was hij toeschouwer van de overige  partijen.

Arthur bracht het niet al te moeilijk tot een winstpunt aan  bord 2.

Aan bord 4 hoorde ik ineens de tegenstander van John zeggen, “ik  heb niet veel keus”. Hij bleek onvermijdelijk mat te gaan. Zoals John zei, zijn pion stond op het punt te promoveren, toen ik de winnende zet  deed”.

Zelf speelde ik aan bord 3 een heel spannende partij. Het ging lang  helemaal gelijk op. Wel kwam ik met wit wat onder druk te staan, waarbij  ik het initiatief niet kon krijgen. Zwart nam dat wel en toen kon ik een  loperruil forceren. Ineens stond ik steviger en zwart verloor met een  lange denktijd zijn tijdvoordeel. Ik gaf hem de kans een pion van mij te  slaan en hij bood in tijjdnood remise aan. Omdat ik ook niet veel tijd  meer had accepteerde ik dat. Het leek er op dat ik een kwaliteit zou  winnen zo dacht hij en ik trouwens ook. Het was zo’n partij waar je de  hele nacht nog van droomt. Ik zou vaker het  concentratieniveau moeten  hebben die er in deze partij was.

 

Groninger Combinatie IV – Lewenborg II: 5-1

door: Rudy Frieswijk.

Op donderdag 13 maart stond de laatste wedstrijd uit tegen GC 4 op de planning. Voor ons stond er niks meer op het spel maar voor GC4 wel. Bij een 5-1 overwinning kon GC 4 bovenaan in de poule eindigen. En dat gebeurde. Lewenborg speelde met 3 invallers. René en Valentin hadden andere verplichtingen en Douwe meldde zich op de speeldag ziek. Gelukkig wilden Flip, John en Arthur invallen. Wat mij opviel was dat het opvallend stil was in de volle speelzaal van het Jannes van de Wal denksportcentrum. Heerlijk om in te spelen.

Dan nu het westrijdverslag:

Koen kwam in gelijke stand uit de opening maar daarna ging het in het middenspel mis. Na een uitgebreide slagenwisseling stond Koen ineens een stuk achter. Hij probeerde nog een koningsaanval door met de toren in te slaan op f7 maar dat had niet het gewenste resultaat. De stukken konden in de doos en we stonden met 1-0 achter. Koen zei dat hij kansloos had verloren en deze partij snel wou vergeten. Zijn tegenstander Roel Broekman deed alleen maar goede zetten.

Arthur, spelend aan bord 4, had na de opening een ontwikkelingsachterstand en kreeg 2 verbonden vrijpionnen op e5 en d6 tegenover zich. Deze vrijpionnen werden ondersteund door een mooie toren op de zevende rij. Arthur kwam vervolgens in zetdwang en moest even later opgeven. Het was 2-0.

Flip speelde een heel ingewikkelde partij. Hij kreeg in het eindspel een pion op h7 welke werd ondersteund door zijn toren en een loper. Daarmee hield hij de zwarte koning van Don van Ravenzwaaij mooi op h8 in bedwang. Maar…Flip maakte een paar keer de verkeerde keuze en ineens zag hij allemaal beren op de weg. Hij dacht dat hij mat ging en gaf daarom op. Dit tot verbazing van zijn tegenstander. Flip zag niet dat de “matzet” met de zwarte loper niet correct was omdat hij die loper er gewoon met zijn toren af kon slaan. Deze schaakblindheid bracht GC4 op een 3-0 voorsprong.

Zelf speelde ik op het eerste bord met de witte stukken tegen Abdulhai Almefalani. De speler met de hoogste rating (1945). Ik kwam eigenlijk geen moment in gevaar en na afruil van de zware stukken hadden we beide een zwartveldige loper en elk 6 pionnen. Ik bood op zet 23 remise aan maar dat werd geweigerd. Ik moest nog wel secuur blijven verdedigen (wat me niet altijd goed afgaat) maar na zet 49 was er voor beide spelers geen doorkomen meer aan en was remise een feit. De eer was in ieder geval gered. 3,5-0,5.

Er waren nog 2 partijen bezig. John en Boudewijn. Boudewijn speelde op bord 2 een heel degelijke partij waarbij ik de indruk had dat Boudewijn meer bezig was met verdedigen dan met aanvallen. Boudewijn sleepte er terecht een mooie remise uit en was daar tevreden over. De tussenstand werd daardoor 4-1 voor GC4

De laatste partij, en dan spreek ik van alle partijen ook die van de interne competitie, die nog gaande was was die van John tegen Edwin Schreuder. De opening van John leek wel wat op stratego. Al zijn stukken stonden op de zevende en achtste rij. Een duidelijk ruimteoverwicht voor de witte stukken van Edwin Schreuder. Echter John verdedigde zich prima maar ging helaas, in een op het oog gelijke stand, door de vlag. De eindstand werd daardoor 5-1 voor GC4 en daardoor zijn zij als eerste geëindigd bij de zestallen. Lewenborg eindigde als zesde met 5 wedstrijdpunten. Nu schijnt het zo te zijn dat er nog een 2de ronde bij de NOSBO staat ingepland. Dat betreft een kleine competitie van de nummers 5 en 6 van de zestallencompetitie. Naast Lewenborg 2 spelen daar Middelstum 1 en Oostermoer 1 in mee. De wedstrijd tegen Middelstum hebben we al eerder in de reguliere competitie gewonnen (met 4,5-1,5) en deze uitslag telt in de nog te spelen competitie gewoon mee. Lewenborg 2 speelt daarom nog tegen Oostermoer 1. Als daar meer over bekend is dan laat ik dat weten.

PS Flip, Arthur en John heel erg bedankt dat jullie wilden invallen.

Hieronder nog de uitslag en de eindstand:

 

Lewenborg I ‘snoeit’ Van der Linde I met wortel en al – een zeldzame avond : 8-0

door: Klaas Dijkhuizen

Gisteravond 4 maart speelden we tegen het onderaan staande Van der Linde 1 uit Winschoten. Deze club, opgericht in 1874, is één van de oudste nog bestaande verenigingen van ons land. Toch wel bijzonder. Lewenborg is dus exact een eeuw jonger. 

In de eerste aankondiging repte ik van zaken als ‘niet onderschatten’ en dat de meeste spelers van SV Lewenborg toch echt nog wel iets aan de persoonlijke scores konden doen. Ik kan zeggen, dat het team zich nauwgezet aan de opdracht heeft gehouden. Vermoedelijk hebben we allemaal een zeldzame avond achter de rug. We wonnen namelijk ook allemaal. Dus met 8-0, in de schaakwereld ook wel een eierrekje genoemd. Misschien heb ik het zelf eens in de bekercompetitie meegemaakt met 4-0, ook eens iets met 9-1 tegen Ter Apel in de jaren zeventig, maar verder kan ik me een 100%-uitslag in positieve zin niet heugen. 

Door de overwinning lijken we op de 3e plaats te gaan eindigen met 5 MP en 21 bordpunten. HSP en Leek hebben echter in theorie nog een kansje om ons te passeren. 

Hieronder de uitslag met wat commentaar per bord:


.
Bord 1 Ramon Middeljans (1871, wit) – Fred Visschers (1575)
 

Ramon kreeg in hoog tempo een goede stelling. Toen ik een kijkje nam, werd een loper aangevallen, had Ramon een open g-lijn, opmars en mogelijke penning van de f-pion en een zwarte koning, die niet veel dekking had. Kortom, het zag er allemaal prima uit. Even later stond er zelfs een witte pion op h7 en tegenstander Fred gooide toen maar de handdoek in de ring. 

Bord 8 Valentin Bajrami (1769, wit) – Douwe Woelinga (ratingloos) 

Bij Valentin zag ik een Spaanse opening met directe afruil van wit zijn loper op c6. Door de drukte in de zaal (16 partijen, want ook Lewenborg 3 speelde) kreeg ik van de rest van de partij niet zo veel mee. In elk geval wist Valentin ook al vrij snel zijn partij naar zijn hand te zetten. 

Bord 7 Marcel Pouw  (1819, zwart) – Jan Oord (1619) 

Ook Marcel won relatief snel. In het middenspel lukte zag ik een kluit van vier pionnen op de a-, b- en c-lijn, ondersteund door lopers op e7 en e6. Vermoedelijk wist hij de kluit als een stoomwals in beweging te kregen en naar de overkant te laten marcheren. Zeker weten doe ik het niet, maar feit is dat ook hier al vroeg de stukken in de doos gingen. 

Bord 4 Hiddo Zuiderweg (1947, wit) – Inno de Wey Peters (1711) 

Bij Hiddo kwam een Konings-Indische opening op het bord. Zwart leek het allemaal wat slapjes aan te pakken. Dat betekende wel, dat talloze goede zetten voor het oprapen lagen. Zoals een mogelijke koningsaanval of een doorbraak door het centrum. Hiddo kreeg geen last van keuzestress, koos voor een pionwinst en sleepte de vis daarna stapje voor stapje op het droge. 

Bord 1 Bruno Jelic (1996, zwart) – Bert van der Leest (2033) 

Bruno speelde tegen de sterkste man van Van der Linde. Het werd een Siciliaan, met een variantje die Bruno thuis had voorbereid. Kennelijk had hij succes. Opeens zag ik een loper van Bert op f7 staan, een Paard op c3 in de penning, een witte koning in een open centrum en toch oogde het voor wit allemaal heel dubieus. Voor de toeschouwers leek het echter ingewikkeld en spectaculair en dus een mooie partij. Bert zei naderhand ook, dat hij zijn speelstijl ‘naadloos aanpaste aan de rest van zijn team’.  Dat klopte dus ook helemaal. Geen moment kwam hij er aan te pas. Toen Bruno zijn koning in veiligheid had gebracht, was het technisch uit. Voor de vijfde maal mochten we de felicitaties in ontvangst nemen en de teamwinst was al binnen. 

Bord 3 Ton van Ingen (2010, zwart) – Jarek Krawczyk (1802) 

Ton koos weer voor zijn rustige openingsopzet met b6, na d4 en e4. De hele partij straalde rust uit. Ook hier zag ik een langzaam maar zekere verbetering van de stelling van Ton. Bij wit zag ik een dubbelpion op de c-lijn en een eenzame a-pion. Toen Ton eerst alle lichte stukken had geruild werd met torens en dame dit geheel vast gesnoerd en onder druk gezet. Er moest vroeg of laat wel een pionnetje of twee sneuvelen, dacht ik. Het late eindspel heb ik niet gezien, maar van Ton begreep ik dat het ongeveer zo is gegaan. De pionnetjes waren beslissend in zijn voordeel. 

Bord 2 Klaas Dijkhuizen (1919, wit) – Henk de Ridder (1772) 

In mijn partij een d4-d5 opening en later volgden ook c4-c5. Na een zwak zetje van mijn kant koos ik, onder opoffering van pion b2, voor totale activiteit van alle stukken. Om onbekende redenen had zwart ook al een zee van tijd gebruikt. Een kort moment heb ik zelfs even gedacht, dat Henk misschien zat te slapen. Dat bleek gelukkig niet zo te zijn. Zijn Toren op a8 en Lc8 bleven desondanks achter in ontwikkeling. Toen Henk ook nog met een tijdrovende opmars van h- en g-pion zijn koningsstelling opende kreeg ik meer aanknopingspunten. Een zwarte toren raakte verdwaald en de kluts kwijt en opeens stond ik een stuk voor. Henk gaf direct op. 

Bord 5 Jan Wiebe van Veen (1880, zwart) – Maxim Bodewits (ratingloos) 

Jan Wiebe is de topscorer geworden in deze voorronde met 3½ uit 4. Van zijn partij heb ik weinig meegekregen. Het laatste wat ik zag was een goed bezette d-lijn met torens. Of dit al voldoende was voor een winnende stelling weet ik niet. Feit is, dat ook hij won en daarmee, behalve topscorer van Lewenborg 1 in de voorronde, ook als enige geen verliespartij hoefde te noteren.  

Samenvattend: het is wel eens minder goed gegaan.