door: Martin Wiersema
De schaakvereniging Lewenborg is ontstaan vanaf 1 januari 1974. Initiatiefnemer hierin was de heer R.G. Opellaar. Ergens in 1974 zag ik een foto van hem met een demonstratiebord in het dorpskrantje van Lewenborg, met daarbij een stukje om nieuwe schakers (schaaksters) te werven voor de door hem opgezette “huiskamer groep”. Ik was toen net teruggekeerd in het Noorden na zes jaar Amsterdam (bij de ABN bank) en ging wonen bij zijn ouders die in 1973 waren verhuisd naar een grote woning in het toen gloednieuwe Lewenborg. Ik was toen nog zonder schaakclub, en de oproep van Oppelaar leek mij wel wat en ik heb mij direct gemeld.
Bij de huiskamer groep leefde het verlangen om een “echte schaakclub” te worden in een eigen speelzaal. Het lag voor de hand om daarvoor “Het Dok” te kiezen! Centraal in Lewenborg. Het was onderdeel van het toenmalige noodwinkel centrum, dat op een wat langere termijn zou worden omgebouwd tot een definitief centrum. Dit is in die jaren na 1975 ook gebeurd. Alleen dit “Oude Dok” heeft wat langer bestaan. Zeker tot 1990.

Nadien is het “ Nieuwe Dok” gebouwd, waarin SC Lewenborg nu dus speelt.
In de woning van de heer Oppelaar aan de Meerpaal werden diverse vergaderingen gehouden en uiteindelijk werd daar op 24 september 1974 de officiële documenten zoals de oprichtingsacte opgesteld. Behalve Oppelaar waren daarbij aanwezig de heren Boeren, Damaiseaux, Hendriks, Wierda en Jellema. Oppelaar, Boeren en Damaiseaux vormden het eerste bestuur, als voorzitter, secretaris en penningmeester. Op 9 november 1974 werd wijkcentrum Het Dok geopend en enkele dagen later op dinsdag 12 novomber 1974 is daar de eerste clubavond gehouden. De zaalhuur was toen tweeëntwintig gulden per avond. Daarmee startte de eerste interne competitie (1974/1975). In juni 1975 werd Ignace Hendriks de eerste clubkampioen. Aan het einde van dat seizoen had de club dertig leden. De club was toen nog niet aangesloten bij de NOSBO en werd derhalve nog niet deelgenomen aan externe wedstrijden tegen andere clubs. Dat gebeurde pas een jaar later.
Intussen ging ook het echte schaken van start. Voorlopig alleen intern. Als competitie vorm werd gekozen voor het Systeem Keizer. Een mooi systeem op aanraden van Kees Hofman. Mooi maar erg bewerkelijk vanwege talrijke herberekeningen. Het systeem kent aan de plaats op de ranglijst punten toe: de meeste op nummer 1 uiteraard enzovoort. In 1975 speelde de computer nog geen rol, dus alles moest met de hand uitgerekend worden. Ik zie hen nog liggen op de grond met lange tellijsten. In die periode kwamen ook Jan Schut en diens vriend Gerard Kwant bij de club. Jan Schut was van het begin lid van de vereniging, en vanaf 1978 de alles regelende secretaris tot zijn dood enige jaren geleden. Hij is dan ook benoemd tot erelid van de club in 2015 naar aanleiding van de viering van zijn veertigjarig lidmaatschapsjubileum. De eerder genoemde Gerard Kwant slaagde er echter in om een programma op de computer te maken, wat deze taak overnam. Dit programma is tot 1990 gebruikt. De laatste twee jaar, was ikzelf intern competitie leider en heeft het programma na aanpassing ook kunnen gebruiken. Gerard Kwant is begin 1988 bij de club vertrokken.
In het voorjaar van 1975 werd de NOSBO uitgenodigd om ons wegwijs te maken in de aanmeldings procedure om als club deel te nemen aan de externe competitie (tegen andere clubs). Dit resulteerde in een plek in de 4e klasse NOSBO met ingang van september 1975! Opnieuw een jubileum dus.
De vereniging speelden niet altijd in het Dok! Vanwege een conflict over de zaalhuur (een verhoging van 350%!) speelde de vereniging in het seizoen 1978-1979 in café van Maar bij Ruischerbrug (aan de andere kant van het kanaal) en in de seizoenen 1979-1980 en 1980-1981 in basischool de Katamaran, waar ze zelf voor de horeca moesten zorgen. Vooral inmiddels voorzitter Oppelaar heeft zich hier druk om gemaakt. Echter na 1981 toch terug naar het Dok. Vooral de horeca taak en de bijbehorende administratieve rompslomp (voor elk kopje koffie een bonnetje, vanwege verplichte BTW afdracht) was teveel van het goede. De resultaten van de club in de eerste jaren na oprichting waren fraai (externe competitie). Volgens mij zijn ze driemaal gepromoveerd en midden jaren tachtig was de promotieklasse bereikt (hoogste van de NOSBO). Gezien de ledenaanwas was er ook nog ruimte voor een tweede team. In het begin waren het tientallen. Later echter achttallen en lagere teams bestonden uit zes spelers.
Vanaf 1989 werden ook de resultaten van bepaalde partijen doorgegeven aan de NOSBO/KNSB, waaruit de eerste ELO rating (de nulmeting) werd samengesteld.